De Amerikaanse senator en Minister van buitenlandse zaken Marco Rubio bracht op 27 maart een amper twee uur durend bliksembezoek aan Suriname. In veel media werd het moment vooral omschreven als een teken van “versterking van de bilaterale banden” en “internationale erkenning” voor het beleid van president Chan Santokhi.
Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen.
Achter de mooie woorden, de nette pakken en de geopolitieke beleefdheden kan een andere realiteit schuilen. Rubio, een uitgesproken conservatieve senator uit Florida, is niet zomaar op pad gestuurd. Hij is een van de invloedrijkste stemmen in het Amerikaanse Congres als het gaat om Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Hij is berucht om zijn harde lijn tegen linkse regimes, zijn steun voor Amerikaanse belangen in olie- en mijnbouw, en zijn afkeer van invloeden uit China, Rusland en Venezuela.
Rubio’s speech
Tijdens zijn toespraak sprak Rubio over de noodzaak van “democratische waarden”, “transparant bestuur” en “vrijheid van meningsuiting” in Suriname en de regio. Hij benadrukte dat de VS “een sterke partner wil zijn” en verwees daarbij meerdere malen naar het belang van goed bestuur en economische ontwikkeling.
Op het eerste gezicht klinkt dat lovenswaardig. Maar wie tussen de regels door leest, merkt al snel dat deze woorden geen vrijblijvende steun betekenen. Ze zijn onderdeel van een strategisch frame: de VS wil haar invloed in de regio herbevestigen en ziet Suriname als een pion in een groter spel.
Rubio’s aanwezigheid is dan ook geen toeval. Met olie- en gasbelangen voor de kust van Suriname, Chinese investeringen in de infrastructuur en een onstabiele buurland Venezuela op de achtergrond, is Suriname opnieuw interessant geworden voor Washington. Het is niet de eerste keer dat het kleine land tussen grote belangen in komt te staan.
Chan Santokhi
Wat misschien nog zorgwekkender was dan Rubio’s speech, was de houding van president Santokhi zelf. In plaats van kritische vragen te stellen of op te komen voor Surinaamse onafhankelijkheid en soevereiniteit, leek hij Rubio’s woorden vrijwel kritiekloos te omarmen. Hij sprak over “een historisch moment”, “verdieping van de relatie met de VS” en “gezamenlijke waarden”.
Daarmee profileerde hij zichzelf als een gehoorzame bondgenoot in het Amerikaanse kamp, terwijl de belangen van Suriname lang niet altijd parallel lopen met die van Washington. Santokhi had het over economische kansen, buitenlandse investeringen en democratische samenwerking, maar verloor geen woord over de gevaren van afhankelijkheid, buitenlandse inmenging of wurgende addenda die vaak gepaard gaan met Amerikaanse steun.
Hij glimlachte beleefd, bedankte voor de steun, en liet de deur wijd open voor toekomstige samenwerking. Maar nergens viel een waarschuwing te horen over nationale belangen, over de risico’s van geopolitieke spelletjes of over de noodzaak van waakzaamheid tegenover grote machten met dubbele agenda’s. Hij noemde wel dat Suriname zich het recht voorbehoudt om zaken te blijven doen met de 170 buitenlandse partners waarmee nu gewerkt wordt.
Dringende behoefte
Suriname heeft dringend behoefte aan investeringen, technologische kennis en samenwerking. Maar de vraag is tegen welke prijs.
De VS heeft wereldwijd een lange geschiedenis van interventies, directe of indirecte beïnvloeding, en het opleggen van voorwaarden aan kleinere landen in ruil voor “hulp”. Als Rubio spreekt over democratie, moeten we ons afvragen: bedoelt hij onze democratie, met onze eigen waarden, geschiedenis en sociale verhoudingen? Of bedoelt hij een versie die past in de Amerikaanse belangen en retoriek?
Wat betekent het als Amerikaanse bedrijven straks grootschalig olie gaan winnen voor onze kust, met contracten die ondoorzichtig zijn? Wat gebeurt er als Suriname zich zonder kritische blik in een Amerikaans investeringsnet laat trekken? Wat betekent het voor onze onafhankelijkheid, voor onze politieke ruimte, voor onze eigen keuzes?
Waakzaam
Internationale samenwerking is zeker nodig. Maar het moet gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid, transparantie en respect voor soevereiniteit. En vooral: het moet gestuurd worden door onze belangen, niet die van de vos die langskomt om mooie verhalen te vertellen.
Centrale boodschap:
De boer moet op zijn kippen blijven passen.
De passie van Rubio klonk als een lofzang op democratie. Maar het was ook een boodschap van controle, invloed en zachte druk.
Wie ook aan de macht komt na de verkiezingen van 25 mei zal daar een ander verhaal tegenover moeten zetten – een verhaal van zelfbewustzijn, van natievorming, van onafhankelijk Surinaams leiderschap. Suriname moet geen vossen uitnodigen in het kippenhok en die vossen moeten al helemaal niet de sleutel aangeboden krijgen.
Kruispunt
Suriname bevindt zich op een kruispunt. De rijkdommen onder de zeebodem, de strategische ligging en de economische uitdagingen maken het land kwetsbaar – én waardevol. In zulke tijden moeten leiders het verschil maken. Niet door te buigen, maar door te staan.
HOPSR TV blijft volgen, analyseren en vragen stellen. Want één ding is zeker:
Wie de vos zijn gang laat gaan, is straks zijn kippen kwijt.
Guilly Koster